zaterdag 12 mei 2018

Nondualiteit


Het hart loopt weer normaal en ik vervolg maar weer waar ik mee bezig was. Maar ja....dat 'ik' wil alles maar naar zich toe trekken. Alleen het zien daarvan (door 'iets' anders) doet de leidende rol van het 'ik' door de mand vallen.

Wanneer het denken ofwel de persoon het kennen in zijn centrale positie wil ontkennen, zal het denken zijn eigen positie centraal stellen. Ik ben hier de baas. Ik doe het. Ik slaap, ik wordt wakker, ik eet , ik loop, ik stop, ik schrijf etc etc.

Maar dit alles wordt dus moeiteloos en niet-intentioneel ofwel automatisch gekend.

Het ik of het ego kan niet bestaan zonder dit kennen ofwel dit bewustzijn.
Zodra het 'ik' zijn dominante positie bedreigd ziet, zal het proberen 'het kennen' ofwel te ontkennen of wel trachten het te sturen.

Maar het kennen is geen functie dat de persoon ten dienste staat. Bewustzijn Is er. En zonder dat is er niets of is er geen weten van iets. Zonder dit kennen is er geen weten van de persoon. Dus dit is al voldoende bewijs dat de persoon nooit het fundamentele 'ik' kan zijn.

Ook wanneer je dit allemaal ontkent, wordt dit onmiddellijk gekend (ofwel gezien of waargenomen).

Je kan je dus niet meester maken van dit kennen door het te ontkennen.

Ook het ontkennen wordt gekend.

En waarom is dit alles van groot belang bij het kunnen begrijpen van de spirituele weg die moet leiden naar Zelfrealisatie?

Waarom kan het kennen (al worden er vele namen aan gekoppeld) niet ontkend worden? Omdat het er altijd is. Je weet dat je bent, dat je bestaat, omdat je weet dat je bestaat. Dat is onontkenbaar. Je kan nooit weet hebben van jouw bestaan als er geen kennen is, zoals bij de droomloze slaap of bewusteloosheid.

Het kennen is geen vorm, geen fenomeen. Geen object, geen hoedanigheid. Het is geen eigenschap van iets of iemand anders. Je kan het je niet toe-eigenen.

Het is het leven of het zijn zelf, welk begrip er ook aan wordt vastgeplakt. Je verschijnt en verkeert er in. Het is het ultieme, het ene subject, het onzichtbare en ongrijpbare noumenon.

Heb je eenmaal ingezien of (minder) begrepen dat alles wat je denkt te zijn en denkt te doen immer automatisch gezien ofwel gekend wordt, kan je de kenner nooit claimen als jouw eigen ‘ik’ dat zich met vrije wil kan ontfermen over ‘jouw’ leven.

„Ik leef niet mijn leven maar het leven leeft mij“ zei ooit een zenmeester.*)

Alles wat je meemaakt en ziet hoort ruikt proeft en voelt verschijnt in bewustzijn ofwel in onpersoonlijke kennen.

Kennen kan je niet kennen of herkennen omdat je dit in diepste wezen zelf bent. Het blijkt het Uiteindelijke te zijn dat gezocht wordt. Het Onveranderlijke, het Tijdloze, het Ruimteloze. Het is er, maar is er nooit als een te ont-dekken fenomeen. Duidelijk is dan gelijk, dat het kennen nooit gevonden kan worden vanuit het gekende. Het object kan zijn subject nooit kunnen kennen en omvatten.

De relatie is altijd omgekeerd en op het laatst zal zelfs het onderscheid tussen kenner en het gekende verdwijnen. Het noumenon staat dan niet meer tegenover het fenomon. In non-dualiteit, wat in feite niets (niet iets, geen ding, niet herkenbaar) is, bestaat geen enkel onderscheid meer.

Daar is ook geen taal meer en zonder concepten valt er niets meer te duiden of toe te lichten. Er heeft dus ook niemand toegang toe, want het is je wezenlijke natuur. En zelfs deze woorden kunnen het niet duiden. Het is ook niet elders, maar altijd hier, waar geen tijd (nu) of ruimte (hier) bestaan.

Je valt er mee samen, dus valt er niets 'apart' te vinden dat jouw essentie zou zijn.

Dus alle pogingen om nondualiteit te willen gebruiken als een middel tot verheffing of verbetering van het persoonlijk leven zijn gebaseerd op een totaal onbegrip van wat non-dualiteit in houdt.

Zelfrealisatie kan nooit iets persoonlijks zijn. Het is de realisatie van het Zelf dat het zich abusievelijk gecommitteerd heeft aan de persoon, dus aan een tijdelijke verschijning.

En door dit onmiddellijk te zien is dat probleem opgelost.

Bewustzijn is tijd- en ruimteloos en nooit van of als een iemand.



*) zoek je deze quote in het Engels via Google krijg je geen bron van deze uitspraak te zien. Merkwaardig. In het Nederlands krijg je dan o.m.‘Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij.’
Maar ja de vraag is of je al niet altijd Dat al was. Wanneer het herkend is, kan je dit bevestigen.



vrijdag 12 januari 2018

Wie ben ik? (update2)

foto Rob Ek - Dualiteit vs Eenheid
Om al het voorafgaande op deze blog weer eens positief te duiden:
Je hebt geen bewustzijn, maar je bent bewustzijn
En dat inzicht gaat niet met woorden maar middels directe ervaring en de term 'middels' is dus in dit kader de meest foute toevoeging. Er is geen middelaar. Het betreft hier de directe ervaring van wat je al bent, waar zelf en ervaring gelijk zijn aan elkaar. Dus zien = zijn en dat is geen persoonlijke eigenschap!

Vreemd is (of vind ik) dat veel zoekers die ik ken(de) totaal niet geïnteresseerd zijn in deze directe ervaring die ook zonder het gebruik van concepten on-ontkenbaar is.

Wanneer enkelen vroeger bij mij langskwamen was het meestal binnen een 20 minuten (of veel sneller) gepiept. 'Ik' leidde hen naar de directe ‘eigen’ ervaring van het aanwezig of tegenwoordig zijn. Wat zij vonden was niet van mij maar van hen zelf. En dat zelf bleek dus het zelfde zelf te zijn van de zogenaamde ander.

Maar verder.... nee! Er moest gepraat worden of uitgelegd. Meerdere a-Dwaita vrienden van mij die bijna 10 jaar met mij discussieerden over het wel of niet hebben van een vrije wil, vertikten het gewoon om die vraag eens op een andere manier, die van de directe ervaring, te verkennen.

Inmiddels heeft Mooji deze methode ook ontdekt en noemt deze de Invitation. Fred Davis in de USA had dit ook jaren geleden ontdekt en dacht lange tijd dat hij de enige was die dat ontdekt had. Maar na verloop van tijd kwam ook hij er achter dat dit al in de Middeleeuwen bekend was. 

“What we are looking for is what is looking.”  Francis of Assisi
Ja, wij putten allemaal uit dezelfde bron. "Wat ziet is wat werd gezocht." Wat voelt is wat werd gezocht. Maar in de directe onmiddellijke ervaring kan het niet anders dat je herkent dat er geen scheiding is tussen de zoeker en het gezochte. De kenner is het gekende. Subject en object blijken het zelfde. Het Zelf. Maar geef het eigenlijk maar geen naam, dan trek je het weer in dualiteit. 

En 'Dat?'  valt alleen te zien in het tijdloze nu. Dit moment dus.

Met andere woorden, je was vanaf jouw geboorte al datgene wat je later wellicht jaren of decennia ben gaan zoeken. Alles wat in de toekomst gerealiseerd moet worden is onbereikbaar voor de directe ervaring van dat wat je nu bent.

De een is dan direct klaar en een ander laat zich weer door de gedachten inpakken, die zeggen dat dit allemaal veel te gemakkelijk is en die gedachten laten je weer een stapel boeken op een rijtje zetten, die je allemaal gelezen moet hebben wil je verlicht kunnen geraken. Je moet het verdienen tenslotte.

Je zoekt dus naar verlichting of zelfrealisatie met dat wat je zoekt.

Dit (wat Nu is) direct -conceptloos- te ervaren is wat het is.

Een andere zaak is of deze oefening het totaal verdwijnen of in Meister Eckharts termen de volledige ontlediging van de persoonlijkheid in houdt. Zowel Mooji als Davis hebben het over honderden die middels deze weg ontwaakte zijn. Misschien is dit zo voor een enkeling, maar wat ik zo zie en lees vraagt de absolute wedergeboorte om véél meer dan die oefening. N.l. om een totale ontlediging. Ofwel een absolute overgave en een volledig verdwijnen van het ego en al zijn componenten. En dat weer vraagt een totaal wegvallen van alle wil, van alle streven naar zelfrealisatie, dus van alle zoeken.

vrijdag 15 december 2017

Het “Cogito ergo sum” van René Descartes

Ik zat wat te googelen op het begrip 'solipsisme' en kwam daar wat uitspraken van Descartes tegen, die volgens een scribent bewees dat Descartes gelijk had dat het denken de voorwaarde was voor ons eigen bestaan. Of er 'anderen' zijn' kunnen wij nooit bewijzen. Maar ook in dit artikel zag men een veel belangrijker inzicht over het hoofd. En daar wil ik het deze keer over hebben. Lezers van mijn voormalige Chakraplein zullen het wellicht herkennen.

Een citaat van Descartes:

"Ik had allang beseft dat men, bij het handelen, zich vaak moet houden aan meningen waarvan men weet dat ze onzeker zijn, hoewel men moet doen alsof ze ontwijfelbaar zijn, ( ….…) ;
maar omdat ik mij uitsluitend wilde wijden aan het zoeken van de waarheid, meende ik nu juist het tegenovergestelde te moeten doen en al datgene, waarin ik mij iets twijfelachtigs kon voorstellen als volstrekt onwaar te moeten verwerpen, teneinde na te gaan of daarna nog iets zou overblijven, waarvan ik mocht geloven dat het absoluut onbetwijfelbaar zou zijn.
Zo besloot ik, omdat onze zintuigen ons soms bedriegen, te veronderstellen dat niets is zoals het ons door de zintuigen wordt voorgespiegeld. En omdat sommigen zich vergissen bij het redeneren, zelfs als het gaat om de meest eenvoudige meetkundige problemen, en fouten maken, en ik meende dat ook ik mij kon vergissen, verwierp ik - als onwaar - alle redeneringen die ik daarvoor als geldige bewijzen had beschouwd. En tenslotte, overwegend dat alle gedachten, die wij hebben als wij wakker zijn, ons op dezelfde wijze ook kunnen overkomen wanneer wij slapen, zonder dat er dan één bij is die waar kan zijn, nam ik het besluit, te doen alsof alles waarvan ik mij ooit bewust was geweest, niet meer waarheid bevatte dan wat ik op bedrieglijke wijze droom.
Maar onmiddellijk daarop besefte ik dat, terwijl ik aldus wilde menen dat alles onwaar is, het noodzakelijk was dat ik die dat dacht, iets was.
En beseffend dat deze waarheid : Ik denk, dus ik ben  zo sterk en zo zeker was dat zelfs de meest buitensporige veronderstellingen van de sceptici niet bij machte waren haar aan te tasten, meende ik dat ik haar zonder enig bezwaar kon beschouwen als het eerste uitgangspunt van de filosofie dat ik zocht."
René  Descartes,  Discours de la méthode
Bron:http://home.hetnet.nl/~herakleitos/Kennistheorie/Descartes.htm
Ja, en zo is het dus niet. Descartes vergat naar de bron van het denken te kijken. Wij zijn niet de denker. Wij zijn het zien van gedachten (het denken is ook maar een containerbegrip). Op deze blog ga ik daar een aantal keren diep op in. Wij zijn niet de denker, want wie is het die deze conclusie trekt? De denker? Ik neem mijzelf waar, de denker neemt de denker waar.......het subject dat het object waarneemt zou dus gelijk zijn aan het object. Dat kan dus niet. De denker, het denken kan niet aan zichzelf ontstijgen om zichzelf waar te nemen. Het denken denkt, en het kan niet zien, voelen of horen. 

Het denken is een functie (van woorden, zinnen), waarmee wij ons innerlijk en uiterlijk leven, dat wij kennen door onze zintuigen, kunnen organiseren. Wij benoemen objecten en gebeurtenissen. Zo ontstaan woorden met een min of meer erkende betekenis (vaak ook niet...). Die woorden vormen de taal, waarmee wij kunnen communiceren, tenzij de ander andere woorden voor onze objecten gebruiken....De ander spreekt dan een ander taal. Dan moeten wij ons redden met handen en voeten en door steeds harder te gaan praten.... Wat zinloos is. Wij staan met een mond vol tanden.

Het denken is dankzij die woorden de organisator van ons geheugen. Het denken denkt als functie de toekomst te kunnen voorzien. Maar dat is allemaal niet zo. Het denken kan alleen werken met reeds gekende woorden en gekende betekenissen van vorige ervaringen. Met het totaal nieuwe, het totaal onbekende, weet het geen raad. Krishnamurt wees er altijd op dat fit dan een moment van diep inzicht kon betekenen. Wanneer de gedachten uit zichzelf stil vallen is daar de stilte van het Zijn.

Het denken is niet de laatste, de primaire instantie in ons, van ons. Het denken kunnen wij niet gelijkstellen aan ons 'zijn', ons leven.

Besef wat dit in houdt. Wij zijn niet het denken, wij zijn niet de persoon. Wij zijn datgene wat het denken (de som der gedachten) kan waarnemen. En de waarnemer kan nooit gelijk zijn aan dat wat het waar neemt*). Wanneer het denken stopt is er altijd een blijvende aanwezigheid die dat waar neemt. Ergo, wij blijven bestaan, ook zonder denken.

Wij zijn de waarnemer van het denken, van het gegoochel met woorden, van 'onze' emoties en beelden. Alles wat wij zien komt en gaat. Alleen de waarnemer of liever; het waarnemen blijft altijd -verborgen- aanwezig.

Verborgen omdat wij de waarnemer in onszelf (en bij de ander) niet kunnen zien, voelen of ervaren. Wij zijn het waarnemen zelf. Wij zijn niet het gedoe van de wereld, van de processen van opkomst en ondergang. Wij zijn niet het geboren worden en sterven. Wij staan 'daarbuiten' en kijken toe. Hoewel 'daarbuiten'.... Wanneer je de ommekeer (de be-kering) hebt gemaakt, al is het maar even geweest, dan weet je dat alle gebeuren van de wereld in jou plaatsvindt. In Jou, niet in jouw persoon, niet in Jantje of Marietje, maar in jou als de immer Aanwezige, als de immer Onvindbare. 

Kijk maar eens nu -op dit ogenblik dat je dit leest- aandachtig naar het beeldscherm, bekijk het apparaat zelf, en dan wat er op staat, deze woorden, de kleuren, de afbeeldingen en richt dan in één keer je aandacht op datgene dat naar het beeldscherm kijkt. Jij....ik.... En ervaar hoe het beeld ineens verschuift. Ervaar wat het met je doet.... Ervaar hoe het gevoel van het waarnemen verandert. Zie hoe het beeld ook verandert. 

Want jij bent ruimte, openheid, geen vast punt in de ruimte, aanwezig, doch ongrijpbaar.....en ook ruimte is maar een concept. Wat kan nog geduid worden voorbij de woorden? Je weet -zonder woorden- dat je bent, maar nooit wat je bent.

Je bent het mysterie zelf!
 
*) Uiteindelijk zal blijken dat er geen onafhankelijke waarnemer en het (los daar van) waargenomene zijn. Er is alleen waarnemen, zien, zijn. Alles is Een. Niets iets, dat een ander iets ziet. Het 'iets' wat geacht wordt te zien, blijkt onvindbaar. Achter het zoeken, achter het zien is niets. Het zien kan niet in zichzelf zien. Dat wat gezien wordt kan slechts bestaan bij gratie van zien. 
Zonder zien is er voorts geen weten van bestaan van het geziene. Zien en iets zien treden tegelijk op.   
Aangezien er ook niemand is die ziet, is er alleen Zien.  

dinsdag 10 oktober 2017

Wie zoekt naar wat?

. . .


Het is weer tijd voor een nieuwe toelichting. Wat op zich al weer onzin is. Er is helemaal geen tijd. En toelichting op wat en door wie en voor wie?

Het zogenaamde ‘Ik’ lijkt al weer decennia bezig met het onderwerp Zelfrealisatie. Eerst als breed oriënterende lezer en stuntelende zoeker, daarna -'mijn' weg in de a-Dwaita gevonden te hebben- met de vraag hoe en wat. Eerst ben ik zelf aan de slag gegaan met mediteren en invoelen. Ik ging wat satsangs bezoeken en ik heb een diploma gehaald als chakratherapeut. Ik kwam daar al snel achter dat het met anderen ‘voelen’ of `waarnemen’ van energieën (chakra’s, aura’s, nadi’s), er spontane reacties kwamen vanuit een mysterieuze bron.

Wie of wat is die bron? Die bron viel niet te lokaliseren noch in mijn omgeving noch in mijzelf. Het leek in de directe ervaring op een oneindige leegte, waar begrippen als ruimte, tijd, hier,daar, mijn, anderen e.d. feitelijk geen enkele betekenis hebben. Er waren geen grenzen, dus ook geen buiten en binnengrenzen, dus ook geen centrum, dus ook geen hoedanigheden ofwel er viel niets te verwerven door een iemand.

Ik bleek datgene te zijn (en niet samen te vallen met!) wat ik zocht, maar kon daarom niets vinden. Er bestond helemaal geen ik en wat anders.

Daarmee verviel ook het zoeken door ‘mij’ als die onvindbare iemand naar iets dat die ‘mij’ zou bevrijden en/of verlichten.

Maar zelfs dit verhaaltje van een iemand over die zoekende iemand is onzin. Ik ben de zoeker niet, maar dat wat ik en iedereen en alles in wezen alleen maar is. Puur onpersoonlijk gewaar zijn. Dat ben je al, dus wat is het nut van zoeken?

En alle gehanteerde concepten in deze laatste zin, zijn dus ook weer onzin. Wat Is kan niet gekend worden. Het is Kennen zelf. Je weet dat je bent en je hebt geen bewijzen nodig dat je bent. En wat is het nut van zoeken dan naar wát je bent?

Je zoekt alleen maar bewijzen, omstandigheden, eigenschappen, hoedanigheden...... Je wilt iets te pakken krijgen voor jou-zelf, maar je tast in Leegte. Je zoekt naar dingen die nu niet zijn. Naar verhaaltjes uit het zogenaamd geheugen. Maar dat kan alleen maar heden gekend worden. Wat gebeurt dat gebeurt. Verzet je er tegen is dat wat er gebeurt. Doe je niets, dan is dat wat er gebeurt. Wat is, is alleen maar dit wetende moment.

Er is niemand om te realiseren
Er is namelijk niemand
En er zijn geen anderen anders dan tegenwoordigheid, maar vergeet de woorden
Je bent wat altijd is en ga het dan niet bewustzijn of geest of Dat noemen
Dat zijn allemaal labels die nergens op te plakken zijn.
Alleen Stilte kan je vertellen wat het is door wat het is en wat je dus bent, n.l. Stilte.

En wederom: benoem het niet.
Want dan is er weer een iemand met een mooie conclusie.
En anderen die zich afvragen of je wel wijs bent.......
 

vrijdag 22 september 2017

Sprakeloosheid




Na mijn vorige stukje valt er niet veel meer te vertellen.

Misschien schrijf ik nog wat over het hoe.

Nu, gelijk dan maar.

Er is in feite geen hoe. Na jaren van lezen en satsangs bezoeken zal de gemiddelde zoeker ‘het’ niet bereikt hebben. Zo langzamerhand ontplooit zich het intuïtieve inzicht dat juist het zoeken de fout in deze is. En dat geldt ook voor het doel van het zoeken.

In andere stukken heb ik dat al vaker uitgelegd. De zoeker is altijd het duale denken. En dualiteit kan nooit en te nimmer nondualiteit begrijpen. Dualiteit komt er uit voort en niet omgekeerd.

Nondualiteit is het einde van een iemand, die of dat wat (heel veel) voor zichzelf zou willen bereiken, verlichting, een leven in bliss, Zelfrealisatie e.d.

En Zelfrealisatie is geen opmaat voor een 'iemand' voor een beter mens -, een betere therapeut - of een betere manager te worden.

Het gaat er om te weten wat je werkelijk bent. En dat kan je alleen in jezelf vinden. Maar ja...taal verwart alleen maar. Er blijkt n.l. geen ‘je’ te zijn die ‘iets’ kan vinden. Dan verkeer je louter in bedachte constructies.

Je zult door en door 'door' moeten hebben dat ‘je’ als persoon niets intentioneels kan doen om jezelf te bevrijden van je duale (verdeelde en tijdelijke) mij-zelf.

En - o ironie- je bent altijd al het Zelf. Alleen dat Zelf is volkomen eenheid, waar niets binnen of buiten, los van ZichZelf, kan functioneren. En het begrip functioneren bevat al weer de opvatting van tijd.......dualiteit dus.

In Eenheid (niet twee) kan niets los van iets anders bestaan. Daarmee is ook de rol van taal en dus denken opgelost (beëindigd dus!). Er is geen richting, geen tijd, geen vorm, geen ik, geen ander, en dus ook geen ...’Ik.’

In de literatuur kom je dan begrippen tegen als een vormloze, het spoorloze, Leegte, Stilte.. Maar nooit kan een ‘iemand’ ‘iets’ vinden dat afwezig is en toch op dit Ene Tijdloze Moment (wat ook maar een verwarring scheppend concept is) een ogenschijnlijke intense vormenwereld presenteert.

Maar ja, dat gaat dus allemaal zonder taal, zonder tijd en zonder vorm.

Het is zoals Huang Po het onkenbare vergeleek met het zonlicht: dat wanneer je het zonlicht wil pakken dat onmogelijk is. Wat je ook doet, het gaat niet. En wil je van het zonlicht af, je kan rennen wat je wilt, de schaduw blijft bij je.

Dat geldt dus ook voor het onvindbare maar altijd tegenwoordige bewustzijn (presence). En met het woord bewustzijn kan niets gezegd worden over wat dat dan is. Je kan nooit een positie innemen ten opzichte van het Gezochte omdat te schouwen. Je bent het schouwen, maar niet de lezer hier en dan toch ook weer wel.

Er valt dus niets te doen. Je hebt als duale constructie geen middelen. En ga je wachten op de uiteindelijk intuïtieve bevrijding, dan ben je weer met een doel en met tijd bezig. De illusie van deze wereld.

Er valt alleen nog maar totaal en radicaal opgeven van alle zoeken.

Maar niet als truc. En door niemand (niet iemand) te realiseren.