zaterdag 31 december 2011

Uit de Oude Doos: Mindfulness


Gezien alle belangstelling voor deze methode kan ik er niet om heen er wat van te zeggen. Er zijn ook teveel advaitaleraren die ineens met mindfulness reclame aan het maken zijn. Mindfulness wordt tegenwoordig als een medicijn gezien voor allerlei stressgerelateerde aandoeningen. Tik het begrip maar eens in Google in en je zal versteld staan.

Klopt dat allemaal wèl van die Advaita leraren??

Ik speel allereerst voor het gemak eerst even leentjebuur bij Wikepedia:

"Mindfulness is een uitdrukking die afkomstig is uit het angelsaksisch taalgebruik. De oorsprong ligt in het Boeddhisme. Het is een onderdeel van het zogenaamde achtvoudige pad (in Pali en Sanskriet: samādhi). Het werd oorspronkelijk aangeduid met sati in Pali of als smṛti in Sanskriet. Het wordt al duizenden jaren toegepast door aanhangers van allerlei vormen van Boeddhisme. Voornamelijk in het Verre Oosten. Het bestaat uit meditatie en yoga.
In het Westen is het bekend geworden door het werk van onder andere Thich Nhat Hanh, een Vietnamese monnik die verbannen is en nu in Frankrijk woont en daar onder andere les geeft. Mindfulness wordt vanwege de praktische mogelijkheden ook in het Westen medisch erkend en wordt toegepast in, onder andere, MBSR en MBCT.

Mindfulness verwijst naar:
* een vorm van meditatie waarin men zich op een niet-reactieve manier bewust is van de fysieke en geestelijke sensaties en situaties van het moment ("Een zachtmoedige relatie aangaan met wat er zich nu aanbiedt"): bewuste aandacht.
* een levenshouding die zich kenmerkt door acceptatie van onvermijdelijke negatieve en positieve ervaringen: aanvaarding.
* juiste indachtigheid of bewustzijn in de Boeddhistische leer.
Door mindfulness te beoefenen wordt het mogelijk de werkelijkheid te aanvaarden en bewust aandacht te geven aan jezelf en alles om je heen. Leven in het moment. Door het bewustworden en loslaten van automatismen en oordelen, is het mogelijk innerlijke kalmte en rust te bereiken. Het is niet de bedoeling dat je in jezelf keert of transcendeert."

Die laatste -door mij vet weergegeven- zin is wel uiterst intrigerend. Daar gaat het fundamenteel mis naar mijn gevoel. Meditatie is o.a. in het Boeddhisme juist gericht op trancendentie, en daarmee wordt bedoeld dat jouw huidige (vaak ellendige) staat van leven wordt doorzien door er louter naar te kijken. Ook het 'ik' wat zo centraal in jouw leven heeft gestaan zal in dat zien doorzien worden als louter bestaand uit tijdelijke verschijnselen (lichaam, gedachten, emoties). En dat ben je allemaal niet wezenlijk. Wat in het zien verschijnt kan je immers nooit zelf zijn. Want wie of wat is het, die dat allemaal ziet?

Dat 'zien' is dan uiteraard geen denkspelletje met denkmatige conclusies, maar het dient plots -als feit- kristalhelder te zijn, dat jij zelf het -onpersoonlijke- Zien (Bewustzijn) bent, en niet alle strapatsen van de persoonlijkheid. Daarmee ben je onmiddellijk bevrijd van de last van de persoonlijkheid. Het is door-zien. Klaar!

Bewustzijn BEN je en dat kan een ‘je’ of 'ik' dus nooit oefenen, want het ‘je’ verschijnt juist in bewustzijn.

Zoals Mindfulness tegenwoordig veel gebruikt wordt, houdt het dus een omkering in van wat het in feite is: het is geen instrument om het ‘ik’, de persoonlijkheid, te verbeteren, maar is gericht op de ontdekking van wat je wezenlijk altijd al bent. En daarmee lost de persoonlijkheid op als de doener van jouw leven. Jij leeft niet het leven, het Leven leeft jou-als-persoon. Maar die persoon is dus louter een beeld in bewustzijn.

Je kan bewustzijn -het feitelijke Nu- dus ook niet oefenen, je bent het! Bewustzijn is geen ding, geen aan te leren vermogen. Je kan alleen alert zijn op dìe momenten waar je ontdekt dat 'je' weer met die onvermijdelijke gedachtenstroom bent geidentificeerd. En dat ontdekken kan natuurlijk nooit zonder aanwezig bewustzijn.

Het gevaar van elke methode -en ook deze dus- is, dat weer een 'ik' zich ontfermt over de resultaten van de oefening (ja... zelfs hele beroepsgroepen ontfermen zich er over...). Het ego wordt er alleen krachtiger en vaak nog slimmer en valser door. Alleen het doorzien van het 'ik' kan dat 'ik' oplossen.
.
p.s. De term 'mind' heeft in verschillende kringen verschillende betekenissen. Voor de één is 'mind' de totaliteit van de menselijke geest, inclusief het denken, voor een ander is het het ego, en voor de Boeddha -die het begrip uiteraard niet in het Engels vertaalde (want de Engelsen zaten toen nog niet in India)- was het het gewaarzijn, bewustzijn. Kortom, zonder een zindelijke definitie te gebruiken kan er dus heel wat verwarring ontstaan. Mindfulness heeft m.i. niets met denken te maken. Denken kan niet zien. Alleen zien (bewustzijn) kan zien. Mindfulness blaast het denken op.

Mind you!....

Foto  © R. Ek,  Mammata in Capelle aan den IJssel

maandag 21 november 2011

De kenner, het kennen en het gekende



De wereld inclusief de persoon als kenner zijn illusie. Dat is de boodschap van o.m. Zen, Advaita, Dzochgen en andere mystieke scholen, waar menig zoeker zich de tanden op stuk bijt. Het is toch echt allemaal? Ik weet toch dat ik er ben, ik kan mijzelf toch zien, voelen, horen en ruiken? en de wereld is toch ook echt? Die kan ik ook zien en voelen. Loop ik tegen een muur dan is dat toch echt geen illusie. Dat weet toch iedereen?
En toch is het niet zo, volgens al die meesters en mystici.
In dit stukje ga ik de relatie onderzoeken tussen de kenner, het kennen en het gekende.

De kenner lijkt degene te zijn die zichzelf en de wereld kent. Ik heb een lichaam, en dat kan plezierig aanvoelen, maar kan ook heel veel pijn doen. Dat kan je niet wegdenken. Ik kan over de wereld en mijzelf nadenken. Ik weet dat ik besta!

Deze laatste conclusie is dus vooral gebaseerd op het bewustzijn van het gekende. Van de objectieve waarnemingen. Die zijn er, die kan je niet wegdenken. Je kan de ogen er voor sluiten, maar je blijft dan toch horen, voelen, ruiken en proeven. En je ziet nog steeds kleuren, of donkerte o.i.d. voor de ogen. Maar doe je je ogen weer open is die wereld weer daar. Onontkenbaar.

En toch zeggen onder meer de meesters van Zen en Advaita dat dit allemaal niet echt waar is. Het zien van de wereld en het beleven van onszelf zijn allemaal een illusie, gezichtsbedrog. Alles wat wij zien kunnen wij nooit zelf zijn. Ook de wereld der vormen is louter een beeld, een droom. Maya.

Waar zit de sleutel van dit raadsel?

Daarvoor gaan wij naar het kennen toe. Kennen staat voor waarnemen (voor waar aannemen), kennen is bewustzijn, en bewustzijn laat ons de wereld kennen door middel van de zin(zijn)tuigen. Zien, horen, voelen (sensen), ruiken en proeven. De zintuigen zijn de  middelen om waar te kunnen nemen.

Elk biologieboek bevat de uitleg hoe de diverse zintuigen dat doen in nauwe relatie met het wonder van de hersenen, die alle indrukken vertalen in hapklare brokken voor ‘ons’ bewustzijn.

Maar hoe gaat het werkelijk? Daarvoor dienen wij open en helder te zien. Wij staan in een weiland en zien een boom. Wanneer ik vraag: “Wat zie je?” zal je zeggen: “Ik zie een boom”

Tussen mijzelf en de boom bestaat afstand. Er is tijd nodig om die afstand te overbruggen (alleen al door de lichtsnelheid en de bewerkingen door de hersenen van de beelden die het oog doorgeeft).

Uiteraard zie je meer dan een boom. Je hebt een deel van wat gezien wordt uitgekozen en benoemd. In werkelijkheid staat de boom in een weiland met veel gras. Er is een hek, een paar koeien, een dijk op de achtergrond met fietsers en er is de hemel met wolken.

Maar wie of wat ziet dit alles in één oogopslag?

Laat je blik naar jou zelf toe lopen kom je ook jouw voeten tegen, de benen, het lijf, de schouders en wanneer je dan naar het gebied kijkt waar je kijkt zie je niets. Er is daar alleen maar leegte. Niets te zien. Maar daardoor verdwijnt het zien niet! Je merkt in die lege ruimte ook jouw gedachten op, een lange serie woorden en zinnen.

Voor de vaststelling van de aanwezigheid van de boom en daar waar de boom in verschijnt is dus zien nodig. Ja, dat hale je de koekoek.

Maar wanneer je heel nauwkeurig gaat kijken kan je constateren (zien) dat ‘zien en dat wat gezien wordt’ tegelijk optreden en met elkaar verbonden zijn. Zonder iets te zien is er geen weten van zien. En zonder het zien is er geen weten van wat gezien wordt.

Kortom het gekende en het kennen zijn onlosmakelijk verbonden.

Wie constateert dat?

‘Ik’ zeggen de meeste mensen. De kenner. Maar kan de kenner gekend worden zonder het kennen? Kan jij weten van jouw bestaan wanneer er geen zien, horen, voelen, proeven en ruiken is?

Dat gebeurt elke nacht tijdens de droomloze slaap. De kenner staat uit. Er is geen weten van aanwezigheid.

De kenner is dus net zo goed het gekende als de boom en zijn hele omgeving. Jij als mens met al zijn lichamelijke, creatieve, verbale uitdrukkingsvormen is niet anders dan die boom, de wei, de dijk en de hemel. Objecten die tegelijkertijd verschijnen in bewustzijn. De zin: ‘De kenner kent het gekende’ klopt dus niet.

Het kennen kent de kenner en het gekende.

Het kennen blijkt dus de sleutel. Wat is het kennen? Is dat een functie, zoals een camera met een recorder en een afspeelmogelijkheid?

Wij gaan nu dat kennen onderzoeken……

Maar hoe doe je dat? Niet door na te denken, want denken maakt woorden van waargenomen fenomenen. Nee, wij dienen louter te gaan kijken. Wat ook wel kennen wordt genoemd.

Hier stuiten wij direct op iets onmogelijks. Wij willen het kennen gaan kennen door middel van kennen. Je ziet dus niets, want het kan niet. Ja, je kan gaan voelen, maar dan voel je of niets of lichaamssensaties. Je voelt een plek, het kloppen van het hart etc.

Dus je neemt niet het kennen waar.

Je kan het kennen dus niet kennen. Het enige wat je ervaart is ruimte en stilte. Maar dat wordt dus ook weer gekend….. Kortom het subject, dat wat ziet, is objectief niet kenbaar.


'Je' bestaat dus niet...


Het kennen is dus ook niets, niet-iets, onkenbaar, afwezig als ding. En toch ken je de wereld inclusief jou-zelf, waarvan wij inmiddels hebben gezien dat die zonder kennen niet kunnen bestaan.

Maar daar waar het kennen niet objectief bestaand is, is ook alles wat verschijnt in dat kennen ook niet echt bestaand als vorm. Het kennen en het gekende kunnen immers niet gescheiden bestaan. Wanneer voorwerpen in lege ruimte verschijnen moeten deze voorwerpen intrinsiek leeg zijn. Wat de kwantumfysica ook aan het bewijzen is.

Er is dus alleen maar - alles inclusief- onkenbaar kennen…zien…zijn…..

En daarin bestaat ook geen tijd. Je kan alleen maar nu waarnemen. Alles wat zo straks was is alleen maar een herinnering. Wat je straks wil, kan alleen maar een gedachte zijn. Maar denken is er alleen maar nu.

Hier is het. Alles inclusief. Kennen.

dinsdag 8 november 2011

Stilte





Er valt hier niet veel meer te schrijven.

Het enige wat je moet zien is dat je geen bewustzijn hebt, maar dat je bewustzijn bent, dat Enige Bewustzijn dat er is.

Je bent..en je weet dat je bent, maar niet wat je bent...

Dat 'zijn' en dat 'weten' en dat 'bewustzijn' en dat ‘je’ is allemaal Het Zelfde.

Geen begrip, geen bouwsel van concepten kan 'het' aanduiden of verklaren.

Het is zowel aanwezig (ik ben er toch?) als afwezig (waar is het?)

Je bent het, maar nooit als ding.

.........

En dat dagelijkse leven van jou als persoon???

Wanneer er een keuze zou zijn (en wie is het die dat zou moeten weten?) lijkt het mij dat 'je' het beste kiest voor dat wat er is. De rest is allemaal verzet.

Maar van wie?

Wie aanvaardt wat er is, wie verzet zich er tegen?

Dus nogmaals: zoek eerst degene op die zou kunnen kiezen.

En vind je die niet, dan is er dus nie(t ie)mand die kan kiezen.

Dan is dus alles wat gebeurt exact wat er gebeurt.

Binnen jou, in bewustzijn.

En alles wat je ziet moet dus ook bewustzijn zijn.

En jij bent tegelijk het zien er van.

Maar niet als persoon.

Meer valt er niet te verwerven.

Eigenlijk was er dus helemaal niets om te verwerven.....

Wat er gezocht werd, was er al.



...

maandag 11 juli 2011

Ageren & Reageren: de Gordiaanse Knoop van Advaita


Het lastige van een openbare blog over een niet alledaags onderwerp als zelfonderzoek in de traditie van de Advaita Vedanta, dat relatieve ‘beginners’ en ’uitgeprocedeerde’ die-hards de teksten en de discussies lezen en er op reageren en discussiëren.

Dan variëren de bijdragen tot praktische adviezen hoe je een zelfonderzoek kan uitvoeren en wat je daarbij kan verwachten, tot mededelingen dat er niemand werkelijk bestaat en dat ook de wereld waarin wij leven niet echt bestaat. Er is niemand die wat kan doen. De schrijver mag zelfs niet meer schrijven van sommigen, die dus zelf ook in reactie schrijven.... Maar de schrijver en de criticus bestaan niet werkelijk. Ook deze stukjes bestaan niet werkelijk.

Wat gebeurt hier dan toch?

Niets is wat het lijkt in Advaita.

De kern van de Advaita (welke concreet betekent: Niet-twee) houdt in dat alle vormen die wij waarnemen of kunnen ervaren niet-werkelijk zijn. Ofwel dat deze geen vast bestaan hebben en slechts er zijn omdat er de een of andere ongrijpbare oorzaak aan voor af gaat: het onpersoonlijke Zijn, of Leven, of............de duizenden woorden die in alle talen daarvoor verzonnen zijn.

Alles maar ook alles dat -hoe subtiel ook- kan worden ervaren, is niet wat werkelijk is, dus ook de schrijver en lezer hier niet.

Want een ervaring veronderstelt een subject, dat in staat is tot waarnemen; bewustzijn. En de realisatie van dat subject is het doel van de zoektocht.

Waarom wordt het zoeken zo’n ratjetoe van onbegrijpelijke uitspraken en redeneringen?

Omdat de zoeker bestaat bij gratie van het Gezochte. De zoeker is zelf een object in bewustzijn.
Omdat wat gezocht wordt niet als object gevonden kan worden.
Omdat het feit van het zoeken zelf ook niet gevonden kan worden.
Omdat het gebruik van de vele namen die aan het Gezochte worden toegekend het allemaal ook niet duidelijker maken.

Dus wat het het meest compliceert is, dat de zoeker een deel is van Maya (het meetbare) en als zodanig niet het instrument kan zijn van het vinden.

Zoeken veronderstelt bewustzijn, gewaarzijn en wat gevonden zal worden is bewustzijn, gewaarzijn. En -hoewel het louter woorden zijn, die iets aanwijzen wat als enige geen object kan zijn - bewustzijn is niet iets wat een doener (een object dus) kan doen of voor eigen doeleinden kan gebruiken......

De persoon, de doener, de zoeker zoekt naar een ‘iets’ terwijl hijzelf als zoeker een -tijdelijk bestaand- ‘iets’ is.

Zonder het feitelijk niet in woorden uit te drukken bewustzijn, is er niets. Geen persoon, geen wereld, geen zoeken. Er is alleen maar Zijn, er-zijn.

En dat is wat wij zijn. En Dat is wat geruisloos en vrijwel onopgemerkt deze woorden nu ziet. Dus zo ver weg is het ook weer niet. Het IS wat je in essentie bent: tijdloos, grenzeloos, eigenschapsloos en vormloos.

En tegelijkertijd is er de ervaring van een zoeker die uit allerlei vormen van onvrede aan het zoeken is naar iets wat beter of aanvaardbaarder is dan het dagelijkse leven en die een taal gebruikt die in feite nauwelijks toereikend is voor de opdracht waar de zoeker zich voor gesteld ziet.

In wezen verschilt de ervaren wereld niet van de droomwereld. In het niet objectief bestaande Zijn verschijnen vormen die niet zelfstandig -zonder bewustzijn- kunnen bestaan. Wat wij zien en ervaren kan nooit een blijvend objectieve status hebben. Maar dat kan je uitleggen tot je scheel ziet, maar het is pas waar wanneer het waar is en toch is het nu ook al waar. Aan het eind van de zoektocht ontkom je niet meer aan de paradox dat de waarheid IS, maar onvindbaar is, dat de wereld niet werkelijk bestaat, maar dat deze er voortdurend als werkelijkheid lijkt te zijn, dat er dus niets gedaan kan worden om dat te realiseren omdat er niemand is die dat kan doen, maar dat er toch een stroom adviezen op (die niet werkelijk bestaande) je af komen hoe alles te kunnen realiseren.

Even snel reageren op één stukje of zelfs één zin, heeft dus weinig zin.

Je moet een weg zien te vinden waar geen ‘je’ is, geen ‘vinden’ en ‘geen weg’

Het denken, het verstand kan hier niets maar dan ook niets uitrichten.

Het gaat om de ontdekking van Datgene wat dit verstand middels de productie van gedachten altijd moeiteloos ziet, wat alles moeiteloos ziet.

Rob (die ook maar slechts 'gezien' wordt....)