Een jaar in lockdown en quarantaine |
Het is meer dan een jaar hier stil gebleven. Misschien vreemd, maar ik had al toegelicht dat ik aan de grens was gekomen van het kenbare en vervolgens voor het raadsel stond van de aard van het Onkenbare, dat toch onze Bron zal moeten zijn.
Als gevolg van alle maatregelen in ons land teneinde het mogelijk uit de hand lopen van het het aantal besmettingen door het coronavirus was het dringend advies aan een 70 plusser - die gezien wat gezondheidsproblemen - maar beter niet het beruchte virus kan oplopen.
Ondanks de strenge lockdown die ik er op na moest houden (afgezien van een wandelingetje of een niet te lange fietstocht per dag) kwam er een einde aan al het gelees en geschrijf over de a-Dwaita en Zen.
En juist in een leven 'alleen' thuis met een groot gebrek aan directe contacten, verwacht je dan een grote kans voor wat je al die jaren op spiritueel gebied had uit gepuzzeld.
Maar het was mij wel duidelijk dat er iets van binnen in absolute stilte iets gaande was. Maar het persoonlijke `ik' mocht alleen maar zwijgen. Dat-wat-is is een mysterie dat je vanuit een dualistisch bestaan niet kan ervaren laat staan oplossen. Je moet er zelf in oplossen, maar Non-dualiteit verschaft je daarbij geen weg, anders dan in het tijd- en vormloze heden je leeg maken en zoveel mogelijk keuzeloos waarneemt.
Non-dualiteit is geen beleven door een in een dualistische wereld/universum verkerende persoon. Daar waar tijd noch ruimte bestaan, kan geen enkele plek gevonden waar de zoeker (per definitie dus dualistisch) het raadsel binnen kan stappen.
En toch is het Gezochte geen seconde van jouw leven afwezig. Het is enigszins kenbaar door het gevoel (of weten) dat je eigenlijk in je leven nooit ouder bent geworden. Maar probeer je die stille aanwezigheid te vangen dan snap je wat veel spirituele meesters ooit hebben gezegd: de kenner kan zichzelf niet kennen. Alles en alles in het dualistische bestaan wordt wèl gekend. Dat staat altijd aan. Daar hoef je niets voor te doen.
Maar probeer je dat kennen te leren kennen, dan stuit je op een ondoordringbare muur. Het enige wat je per se wil kennen blijft onkenbaar, want je bent al het Al, en jouw persoon gaat er niet over. De persoon leeft -ogenschijnlijk - in tijd en ruimte. Is er eenmaal die acceptatie dat je als persoon er niet overgaat, dan is er de zo noodzakelijke Overgave en het einde aan de Wil.
Je bent het tijdloze en dus vormloze Nu, alleen je zult het nooit kunnen kennen. Je wordt gekend in alles wat ogenschijnlijk tijd en vorm heeft
Rob
Bewerkt op 18-11-2021