dinsdag 29 december 2015

@4*^1>'+%



Wanneer de woorden wegvallen, wanneer er geen concept meer overeind blijft staan, wanneer alles ontkend wordt, is er geen doel meer, dus geen zoeker meer, geen verlichting, geen weg er naar toe en geen weg terug. 

Er zijn geen tekorten en er zijn geen beloningen. Alle leraren zijn opgelost. Zij hadden je niets te vertellen. Niets is verworven, niets is kwijtgeraakt.

Alle beproefde methoden kunnen met het vuil mee, want er is geen weg, er is geen oefenen. Voor wie of wat? 

Dat wat je zocht was er op het moment dat je besloot te zoeken. Het keek toe. Maar voor het zoeken moest 'het doel' mee gaan zoeken. Je zocht bewustzijn met bewustzijn. En jij (als persoon) zou er met de buit vandoor willen gaan.

Het gezochte was er nooit-niet op jouw pad, dat leidde naar het Grote Doel…. wat je niet eens kon uitleggen. Je was er immers nooit geweest en wist niet waar je het zoeken moest en hoe je het zoeken moest. Dat moesten anderen jou vertellen.

Niemand kon het je echt aanwijzen. Zij kwamen allemaal met verschillende ideeën, velen met een hoop op een hele reeks van beloningen, met dingen dus. Toevoegingen aan dat vele waaruit je al bestond. 

Maar dat alles werd 'automatisch' stil gezien. Daarom had je er ook weet van. Maar naar dát stille - niet ingrijpende - weten keek je nooit.

Ook de momenten van wanhoop werden stil gezien. Alles werd gezien, maar er werd nooit commentaar gegeven vanuit het licht (het kennen) waar in je steeds zichtbaar en ervaarbaar was. En er was geen 'was' of 'zal' want je kan alleen maar op dit Ene moment (er) zijn. Ook wanneer je er geen idee van hebt wat dat betekent.

Ook al deze bovenstaande zinnen moet je schrappen. Alle woorden moet je schrappen en dan maar zien en ervaren wat overblijft.

Je kan je nergens aan vasthouden anders dan het besef van het-er-woordenloos zijn, dat onkenbaar maar toch onontkenbaar is. 

Zonder al die ideeën, al die boeken, al die sutra's, al die meditaties, al die leraren, zelfs niet wetend wie je bent, weet je zeker dat je bent. Bij het ontkennen en negeren van alle gedachten is er niets om je zorgen te maken. Hoe zou je dat ook kunnen? Er is geen 'je' meer.... Geen verhaal meer, geen doel meer, geen vervulling meer.

Je weet dat je bent, maar weet niet wat je bent. En in die stilte verdwijn je niet. Je bent het. Maar dat heeft niets meer met je naam, jouw lichaam, jouw persoon te maken.

vrijdag 18 december 2015

De Wereld een droom? (enigszins bijgewerkt uit de oude doos)

Laatst vroeg iemand mij of wereld een droom was. Het voelde zo echt aan nadat de veel mediterende vragensteller door een van achter aankomende scooter van zijn fiets was gereden. Hij kon door zijn gekneusde ribben niet eens niesen of lachen zonder hevige pijnscheuten. Dit was echt!

Ik construeerde het volgende schema voor hem:
Illustratie R. Ek
Wij - als het zien van deze pagina - zijn dus dat witte vlak (ook buiten de stippellijn) wat uiteraard in 3D gezien moet worden. De aard van dat vlak, ofwel Bewuste Ruimte is onbeschrijfelijk. Daar kan niets over gezegd worden, want dan verval je weer in menselijk termen. In woorden. En wat je zelf bent kan je (als object) ook niet kennen. Dus het benoemen van dat Onkenbare is al een brug te ver. Elk concept maakt er weer een ding van.

Ruimte is zonder begin of einde en zonder tijd. Blijft het dichtbij in het Hier & Nu of strekt het zich eindeloos uit. Maar waar zou het naar toe moeten gaan? Uit wat zou het moeten oprijzen? Kan ruimte verouderen? Kan er een begin of einde zijn? Kan je het meenemen? Kan ruimte krommen? Het is (als) Niets, als Leegte. Maar het is ook niet 'niet - iets', want het biedt ruimte aan het verschijnen van vormen. In ons en om ons heen. Verder op de blog wordt uitgelegd dat ruimte leeg is, geen kenmerken heeft. Er kan niet over groot of klein worden gesproken.  Ruimte is vormloos, en toch hebben wij er dankzij concepten weet van. En geldt dat allemaal ook niet voor bewustzijn?

Weer een woord. Maar wij weten niet waar dat woord voor staat, anders dan wij weten dat wij weten ofwel bewust zijn.

Theoretisch kan je spreken van een vormloos bewustzijn, wanneer er geen vormen zijn waar te nemen. Denk hierbij aan de droomloze slaap. En wanneer er vormen te zien zijn is er dus sprake van een 'vorm-bewustzijn.' Weer louter concepten.

Door het ontstaan van de allereerste ‘ik’-gedachte (ik ben) bestaat er onmiddellijk afscheiding. Dualiteit. Waar een ‘ik’ is bestaat er direct een ander (of wat anders). En die ander (inclusief de hele wereld) is buiten mij…zo lijkt het althans.

Dit vormt het begin van het lijden, want het ‘ik’ voelt zich afgezonderd van zijn oorzaak, notabene wat het ‘ik’ direct buiten zichzelf projecteert. Er is nu een permanent ervaren tekort.
Door het ontstaan van het idee van het afgezonderde 'ik' (een idee dus: want wàt zou buiten ruimte kunnen bestaan) is er een wereld van overdag en een wereld van dromen. Maar dat zijn werelden van geboren worden en sterven. Wat 'nu' (ogenschijnlijk) is verdwijnt onmiddellijk weer. Permanent geluk is daar in onmogelijk.

De werkelijkheid leren kennen zoals die is, Een-wording, kan dus alleen gerealiseerd worden door het doorzien van de eerste scheiding: de ‘ik’ gedachte. Wanneer dat eerste ‘ik’- moment wordt doorzien als slechts een gedachte, louter een object in het zien, dan is er de realisatie dat jijzelf in wezen dat Zien zelf moet zijn.

Alles, dus ALLES, wordt in Mij gezien (niet als Rob...er is slechts MIJ...IK…Het Ik van het kleine 'ik'….en dat allemaal zonder de woorden die hier noodzakelijkerwijs gebruikt worden). Er is dus niets buiten mij. Alles manifesteert zich in mij. Ik ben onkenbaar vormloos bewustzijn, derhalve zijn alle in mij gemanifesteerde vormen noodzakelijkerwijs niet materieel.

De persoon Rob en de vragensteller zijn allemaal objecten in/van het zien. Het zijn ver-schijn-selen, en die zijn niet wat zij schijnen..... zij schijnen harde concrete objecten, maar het zijn louter vormen, beelden in bewustzijn.

Die eigenschap is ons altijd voorgehouden als enkel behorend bij de wereld der dromen, maar het geldt dus ook voor de wereld die gezien wordt wanneer wij zogenaamd wakker zijn.

Dus de wereld der dromen en de wereld van vormen zullen qua substantie in niets van elkaar verschillen. Het is allemaal bewust - zijn

Een proefje: Doe je jouw ogen dicht en ervaar dan jouw de grenzeloosheid van de ruimte die je gewaar bent en doe je dan ineens de ogen open....... dan is de ruimte die je a.h.w. buiten ziet diezelfde ruimte.....er is geen verschil tussen innerlijk en uiterlijk. Er is helemaal geen grens. Het Universum zit in jou, buiten jou, maar jij, het zien, staat daar buiten. Maar er bestaat geen buiten. Taal kan alles bedenken en suggereren, maar daarmee wordt het nog geen werkelijkheid.

Die vragensteller en het stellen van de vraag en het hier beantwoorden op deze Blog door een mij zijn allemaal gebeurtenissen in de Droom.

Waar is de Dromer van deze droom?

Die is er niet. Het is allemaal DROOM.
Alles is ondeelbaar wat het HierNu is.

Losse flodders met doordringende werking




Het raadsel van a-Dwaita (geen twee) valt alleen buiten het denken op te lossen.

Geen woord, geen concept kan het onkenbare duiden.

Het zijn altijd de gedachten (bestaande uit woorden/concepten/klanken) die de waarnemingen (voor waar aan-neming-en) bewerken en zo een betekenis geven aan verschijnselen (dat wat allemaal verschijnt). 

Je kunt alleen jouw eigen bewustzijnsruimte kennen en daarin kan jij alleen jouw eigen vormloze weten weten.

Alle anderen -waar ook jouw persoon (lichaam, voelen denken) tot behoort - worden gekend, maar zijn nooit de (directe) kenner.

Ik als de onkenbare kenner ben de enige kenner van wat (hier) gekend wordt.

Alle speculeren van wat het Zelf is, bestaat uit concepten en die hebben geen toegang tot het 'onzichtbare' onkenbare.

Je kan het hier alleen hebben over dat wat wij niet zijn en dat is alles wat gekend kan worden.

Het kennen zelf kan nooit en te nimmer gekend worden.

Er kan nooit een (aparte) positie ten opzichte van het Ware Zelf worden ingenomen, van waaruit het Ware Zelf kan worden waargenomen.

En wordt er dan toch een positie ingenomen zijn er onmiddellijk twee: kenner en gekende, terwijl het veronderstelde gekende de kenner is. Dan is er gelijk weer dualiteit.

In wezen is het kwestie van het verleggen van aandacht van buiten naar binnen. Het te kennen zelf kan zich nooit verplaatsen, het is altijd Hier, Nu

En dan wordt gezien dat er geen buiten of binnen bestaat. Geen ruimte, geen grenzen, geen centrum.

Alle speculeren is denken en kan nooit betrekking hebben op het onkenbare.

Iets kan alleen in Niets verschijnen, maar Niets is nooit kenbaar vanuit een iets.

En daarbij moet worden opgemerkt dat bij het Grenzeloze geen binnen en buiten kunnen bestaan!

Vormen bestaan alleen in het vormloze. Zij zijn onafscheidelijk. Het iets kan alleen in het Niets bestaan en daarmee is de wereld van het Iets een illusie.

Het Niets is immers niets en hoe zou daarin iets kunnen bestaan?


Rob