c. Schets, R. Ek (geen zelfportret!) |
De
ironie van zelfonderzoek is dat het in principe zo eenvoudig is, wanneer je
maar niet toelaat dat het denken het allemaal wil gaan uitleggen,
het in conceptuele kaders onderbrengt, tegenwerpingen gaat maken en alternatieven gaat aandragen. Je storten in
'nonduale' discussies is al helemaal hopeloos. Je raakt vrijwel zeker verstikt in conceptuele haarballen.
Zelfonderzoek
houdt in dat je in je zelf zoekt naar wie je werkelijk bent.
Je keert
als het ware dan de blik 180 graden om en kijkt alleen.
Meer is het niet.
En dan
ontdek je dat er niets te zien valt en je het zien zelf bent.
Dus die 180 graden omkeren is ook maar een idee. Dat kan helemaal niet, aangezien je wil afdwingen dat bewustzijn op zoek gaat naar zichzelf.
Dus die 180 graden omkeren is ook maar een idee. Dat kan helemaal niet, aangezien je wil afdwingen dat bewustzijn op zoek gaat naar zichzelf.
Je kan
n.l. alleen datgene waarnemen dat verschilt van jezelf.
Je kan
geluid waarnemen omdat je absolute stilte bent
Je kan
geuren waarnemen omdat je reukloos bent
Je kan
dingen proeven omdat je zelf smakeloos bent (!)
Je kan
dingen waarnemen omdat jezelf onwaarneembaar bent.
Je kan
beweging waarnemen omdat je zelf bewegingsloos bent
Je kan
ruimte waarnemen omdat je niets met ruimte te maken hebt.
Je kan
tijd waarnemen omdat je tijdloos bent
De
kenner kan zichzelf niet kennen omdat er geen eigenschappen zijn, er geen
concepten zijn die jouw wezensgrond kunnen vastleggen.
Het enig
bestaanbare subject (er kan maar één Niets zijn) kan zichzelf niet als object
projecteren teneinde zichzelf te kunnen kennen.
Dus niets
van datgene wat je kan waarnemen, kan je zelf in essentie zijn.
Daarom
zijn begrippen als verlichting onzin. Wanneer alles is afgestreept blijft
alleen de onkenbare kenner van dit kennen over, en daarvoor heb je geen bewijs
of begrip nodig. Want je weet onweerlegbaar dat je bent, maar nooit wat je
bent. Je moet er maar aan wennen dat je niets bent en er niets over weet.
Niemand die je tegenkomt beschikt over een persoonlijk zelf. Wij en zij hebben geen (individueel) bewustzijn. Er is Eén Bewustzijn dat alles omvat, dat alles is.
Niemand die je tegenkomt beschikt over een persoonlijk zelf. Wij en zij hebben geen (individueel) bewustzijn. Er is Eén Bewustzijn dat alles omvat, dat alles is.