dinsdag 31 mei 2016

Wie ben 'ik'????


Avondrood - Eigen foto

 
Wie is er die zichzelf kan realiseren of verlichting kan claimen?

Wat een vreemde vraag wanneer je te midden van vele anderen publiceert en (heel soms) mensen begeleidt op hun zoektocht. En wat wordt er dan gezocht?

Laat ik mij als eerste maar richten op die eerste vraag. Wie is de zoeker? Wie hoopt op wat? Ik kijk bij deze vraag alleen naar mijzelf, want dat is het eerste en enige directe onderzoeksveld. Ik negeer alle boeken, video's en satsangs of bijeenkomsten die ik heb bijgewoond. Dat is allemaal tweedehands informatie, zoals opgeslagen in wat men geheugen noemt. Ik heb nooit een geheugen waargenomen. Wel gedachten en beelden die in bewustzijn verschijnen.

O.k. hier zit ik dan. Achter mijn pc gezeten. Ik zie handen heen en weer gaan op een toetsenbord. Ik voel de raakpunten van het lichaam met waarmee het in aanraking is of komt. Wachtend op de volgende zin, die er nu nog niet is. Wie gaat wat zeggen in mij in de vorm van bewust waargenomen gedachten of via het onmiddellijke tikken van de woorden zelf. Wie doet dit? Ik? Wat wordt benoemd via het concept 'ik'? De blaffende hond buiten heeft er geen notie van! Noch van zijn 'mij', noch van zijn weten van zijn 'ik'.

Maar ik dan wel? Ja, ik kan dat want ik ben in het bezit van taal! De hond niet. Ga ik van uit.

Ik ga verder niet van oude kennis uit. Als socioloog zocht ik vroeger naar feiten en niet naar zinnen. Empirisch noemt men dat. Meten = weten. Dus wat is het verschijnsel 'ik'? Met wat kan ik dat onderzoeken, wanneer ik geen woorden tot mijn beschikking heb?

Daar zijn dan het zien, voelen (sensen), ruiken, proeven en horen. De verschillende manieren van onmiddellijke waarneming. Wanneer je goed oplet is er alleen Nu een direct waarnemen. Je kan niets als feit waarnemen wanneer het in de nabije toekomst ligt, of wanneer het al weer aan ons voorbij gegaan is. In dat geval ben je weer overgeleverd aan dat denkmatige geheugen.

Vroeger gooide ik dan in een advaitagesprek plots een (oud) kopje kapot. Een dure Mingvaas zou leuker zijn. Het vallen van die Ming vaas kan alleen dit moment -wanneer het gebeurt- waargenomen worden. En nu al een nanoseconde later is er louter een waaier van scherven te zien. Kortom het waarnemen vindt enkel nu - in het heden -  werkelijk plaats. Verleden en toekomst zijn louter gedachteconstructies.

O.k..... wie of wat is dat 'ik' zonder de determinatie van woorden (ofwel bedachte concepten)? Want via concepten en de daarmee samengestelde definities bevinden wij ons onmiddellijk in tijd, in het verleden. Deze laatste zin is al weer een herinnering opgeslagen in ?????

En ook tijd, verleden, toekomst en nu zijn louter concepten. Labels voor het zoeken naar het onzegbare. En die labels bestaan uit een sequentie van tonen en geluiden, die herkenbaar zijn wanneer er in een bepaalde groep of cultuur overeenstemming over de betekenis van zo'n sequentie bestaat. Dan is het een concept geworden, een woord. Sjouw je daarmee door China, zul je merken dat je er weinig aan hebt.

Maar goed, één van de eerste woorden die een grote betekenis in jouw leven zullen hebben is het woordje 'ik'.

Dat 'ik' moet datgene zijn wat altijd is, wat altijd een zekerheid biedt van mijn aanwezigheid. Dat wat geweten moet worden, dat wat niet gemist kan worden en dat wat niet kan veranderen. Daarom zijn karaktertrekken, lichaamseigenschappen e.d. tweedehands informatie. Zij veranderen continu, hebben concepten nodig om zichzelf te labelen en hebben wat anders nodig om gekend te worden. De resultaten van de inspanningen van onze zintuigen kan ik dus ook terzijde leggen. Ook die worden in hun diversiteit gekend.

Maar ik zit nu in de buurt met deze laatste conclusie: kennen, waarnemen, bewustzijn van zijn verschillende concepten voor het duiden van de allernoodzakelijkste voorwaarde voor mijn bestaan: en dat is dat alles - wat van en in en om mij heen bestaat - gekend moet worden. Zonder bewustzijn staat alles uit en is er geen weet van een 'ik' dat leeft in een wereld. Denk maar eens aan de droomloze slaap. Daar heb je geen weet van op het moment dat je daarin verkeert. Er lijkt een soort herinnering van te bestaan, maar je was er niet bij.

Dat bewustzijn ofwel dat kennen is altijd de voorwaarde van en de directe realisatie van mijn aanwezigheid. Het gezochte 'ik' ervaar ik als mijn kennende aanwezigheid. Dit en hier ben ik.

Ik heb ook geen directe ervaring gehad van de afwezigheid van dit weten. En wanneer ik alle concepten laat vallen, blijf ik onveranderlijk in die toestand van er-nu-zijn. Je hebt er geen woord voor nodig. Je weet dat je bent. Geen concept kan dat doen veranderen.

Nieuwsgierig zoals ik ben, ben ik gaan zoeken naar wat dit kennen is. Dat zoeken kon uiteraard alleen terugkijkend in mijzelf middels het waarnemen plaats vinden. Afgezien van wat lichaam-enervaties en voorbijschietende gedachten viel er niets te vinden. De meest voorkomende ervaring is een gevoel van stille ruimte waarbinnen die ervaringen plaats vinden. Maar ook dat wordt gekend.

Dat wat dat meent waar te nemen is weer in tijd en ruimte beland. Dat - zogenaamd - naar binnen kijken zet mij via plan en uitvoering onmiddellijk weer in tijd. Er worden weer concepten opgeroepen die willen duiden wat zogenaamd gezien wordt, wat hun betekenis is en wat dies meer zij.

Zodra ik dat in zag was ik klaar.

Elk zoeken is een vertrek uit het zuiver onmiddellijk (= zonder middelen) aanwezige kennen. En de toets of ik er weer naast zit is erg eenvoudig. Zodra ik wat zie is het vorm. Een verschijnsel.

Streven naar iets anders dan wat het naamloze en verder niet te kennen 'ik' is, is dus gedoemd louter tijdelijke verschijnselen op te roepen. Ik ben bewust (maar onkenbaar als vorm) aanwezig als de voorwaarde van het kennen van alle verschijnselen, van welke aard dan ook.

Voor mij is dit het einde van de zoektocht geweest.

En mocht er dan toch nog wat anders (uiteraard nog mysterieuzer) zijn - wat in nogal wat boeken beweerd wordt - dan kan de doener niets doen om dat te bewerkstelligen. De persoon, de denker is uitgespeeld.

donderdag 12 mei 2016

Uut d'n Tied


Foto van degene die ik elke dag bij het tandenpoetsen ontmoet.



Een persoon met al zijn over geërfde en aangeleerde inhouden kan feitelijk alleen dank zij het geheugen bestaan. Ja, dat geheugen. Ik wantrouw dat zeer.........wanneer je 's nachts stiekem (of via een klap op het hoofd) een geheel nieuwe geheugeninhoud krijgt, heb je geen idee meer over de inhoud van het oude geheugen. Je bent gelijk een andere persoon geworden.

Ik heb dat wel eens in een zeer heldere droom meegemaakt. Ik zat -feitelijk met mijn normale dagbewustzijn - aan tafel in of als een andere man in een ander gezin met een andere vrouw in een ander land (of planeet???) en ik merkte dat vrouw en kinderen direct door hadden dat er een vreemde aan tafel zat. Ik ben dan ook gauw uit die situatie weggevlucht. Dus mijn vertrouwde 'ik' was er ook daar nog. Maar voor de anderen bleek de persoon die zij gewend waren ineens anders te zijn.

Wanneer je alles aan inhoud kwijt bent, ben je alleen nog maar tijdloosheid, het ultieme doelloze (dat creëert geen tijd) doel van de mystici.

Ik kwam met enige regelmaat bij een tante die een jaar of tien dement in een geriatrisch tehuis zat. Ik houd er rekening mee dat een persoon in diepe dementie in die tijdloze staat (of er heel dichtbij) zit. Zij leek de laatste jaren gelukkig te zijn. Maar er is geen contact meer via taal. Zij is mentaal al Uut d'n Tied , de persoon is er niet meer, maar voor ons als waarnemers lichamelijk nog aanwezig. Maar of er nog sprake van lijden is??? Voor haar waarschijnlijk niet.

Ik weet niet of ik dit wel eens verteld heb. Ik liep ooit (zo rond 1994/95) in de carport van ons toenmalige huis wat rond te scharrelen, toen ik plots vanuit het niets overschaduwd (liever: over-straald of overgenomen!) werd door een kristalhelder onbevlekt eindeloos bewustzijn dat woordeloos maar duidelijk stomverbaasd reageerde op het feit dat Het ineens deel uit maakte van (of zich bevond in) een wel zeer onbeduidende persoon, in een zeer onbeduidende straat, in een wel zeer onbeduidende stad, in een wel zeer onbeduidend landje op een zeer onbeduidend planeetje in een.......etc etc, terwijl Het Zelf grenzeloos en alomvattend was (of liever: Is).

En ik was  zonder enige twijfel dat grenzeloze onpersoonlijke alomvattende bewustzijn waar verder (en daar begint alle ellende mee) alle vormaspecten (tijdelijk en altijd veranderend) in verschijnen. En de aanwezigheid van taal (concepten) -dus denken- lijkt de voorwaarde te zijn voor dit verschijnen.

Zodra het woordje 'ik' verschijnt ben je het haasje. Dan is er 'taal' en een wereld en zijn er gelijk de 'anderen'.

Dat geheugen is er dus om de illusie van ruimte en tijd te creëren, zodat er dingen gezien, gehoord, gevoeld, geproefd, geroken kunnen worden, terwijl je als (onpersoonlijk) bewustzijn buiten tijd en ruimte (dus buiten de wereld) verblijft..  Je bent al(die)tijd al Uut d'n Tied. De zelden gerealiseerde stilte achter (en tussen) de gedachten en de afwezigheid van het persoonlijk ik-bewustzijn in droomloze slaap zijn het Tijdloze. Er zit dus letterlijk niets tussen verleden en toekomst, tussen zo-net en straks.

Zo slaap je dus in, tegelijk met het wakker worden. Wanneer je wakker wordt, weet je pas dat het gelukt is om in te slapen. Er zit niets tussen aan tijd. Daarom heb je ook geen weet van het babybestaan. Er was geen taal, geen persoonlijk 'ik' en dus was je tijdloosheid.

En tijdloosheid is ongeboren en onsterfelijk want het kan niet als tijd bestaan. Geen begin geen einde.

Uut d'n Tied (update)


Foto van mijzelf.



Een persoon met al zijn over geërfde en aangeleerde inhouden kan feitelijk alleen dank zij het geheugen bestaan. Ja, dat geheugen. Ik wantrouw dat zeer.........wanneer je 's nachts stiekem (of via een klap op het hoofd) een geheel nieuwe geheugeninhoud krijgt, heb je geen idee meer over de inhoud van het oude geheugen. Je bent gelijk een andere persoon geworden.

Ik heb dat wel eens in een zeer heldere droom meegemaakt. Ik zat -feitelijk met mijn normale dagbewustzijn - aan tafel in of als een andere man in een ander gezin met een andere vrouw in een ander land (of planeet???) en ik merkte dat vrouw en kinderen direct door hadden dat er een vreemde aan tafel zat. Ik ben dan ook gauw uit die situatie weggevlucht. Dus mijn vertrouwde 'ik' was er ook daar nog. Maar voor de anderen bleek de persoon die zij gewend waren ineens anders te zijn.

Wanneer je alles aan inhoud kwijt bent, ben je alleen nog maar tijdloosheid, het ultieme doelloze (dat creëert geen tijd) doel van de mystici.

Ik kwam jaren met enige (te weinig) regelmaat bij een tante die een jaar of vijftien diep dement in een geriatrisch tehuis heeft gezeten. Door die bezoekjes houd ik er rekening mee dat een persoon in diepe dementie in die taal- en tijdloze staat (of er heel dichtbij) zit. Zij leek de laatste jaren gelukkig te zijn (nadat haar gebit getrokken was toen haar man en ik het idee had dat zij daar pijn aan had). Maar er was geen contact meer via taal. Zij was (althans zo leek het mij)  mentaal al Uut d'n Tied , de persoon is er niet meer, maar voor ons als waarnemers lichamelijk nog aanwezig. Maar of er nog sprake van - mentaal- lijden is??? Voor haar waarschijnlijk niet.

Ik weet niet of ik dit wel eens verteld heb. Ik liep ooit (zo rond 1994/95) in de carport van ons toenmalige huis wat rond te scharrelen, toen ik plots vanuit het niets overschaduwd (liever: over-straald of overgenomen!) werd door een kristalhelder onbevlekt eindeloos bewustzijn dat woordeloos maar duidelijk stomverbaasd reageerde op het feit dat het ineens deel uit maakte van (of zich bevond in) een wel zeer onbeduidende persoon, in een zeer onbeduidende straat, in een wel zeer onbeduidende stad, in een wel zeer onbeduidend landje op een zeer onbeduidend planeetje in een.......etc etc, terwijl Het Zelf grenzeloos en alomvattend was (of liever: Is).

En ik was  zonder enige twijfel dat grenzeloze onpersoonlijke alomvattende bewustzijn waar verder (en daar begint alle ellende mee) alle vormaspecten (tijdelijk en altijd veranderend) in verschijnen. En de aanwezigheid van taal (concepten) -dus denken- lijkt de voorwaarde te zijn voor dit verschijnen.

Zodra het woordje 'ik' verschijnt ben je het haasje. Dan is er 'taal' en een wereld en zijn er gelijk de 'anderen'.

Dat geheugen is er dus om de illusie van ruimte en tijd te creëren, zodat er dingen gezien, gehoord, gevoeld, geproefd, geroken kunnen worden, terwijl je als (onpersoonlijk) bewustzijn buiten tijd en ruimte verblijft..  Je bent als onpersoonlijk bewustzijn (de Kenner, de Getuige) al(die)tijd al Uut d'n Tied. De zelden opgemerkte stilte achter (en tussen) de gedachten en de afwezigheid van het persoonlijk ik-bewustzijn in droomloze slaap zijn het Tijdloze. Er zit dus letterlijk niets tussen verleden en toekomst, tussen zo-net en straks.

Zo slaap je dus in, tegelijk met het wakker worden. Wanneer je wakker wordt, weet je pas dat het gelukt is om in te slapen. Er zit niets tussen aan tijd. Daarom heb je ook geen weet van het babybestaan. Er was geen taal, geen persoonlijk 'ik' en dus was je tijdloosheid.

En tijdloosheid is ongeboren en onsterfelijk want het kan niet als tijd bestaan. Geen begin geen einde.

zondag 1 mei 2016

Ik en het Mysterie

Zo maar wat op YouTube rond klikkend is een eerste conclusie:  Er wordt wat afgeleuterd in Advaita.

Leraren die zichzelf Jnani of Leermeester noemen vertellen 'anderen' -die wel onwetend moeten zijn- hoe het zit met ons mensen. Het lijkt daar bij of zij - in tegenstelling tot de aangesprokenen - zich 'buiten' de levensruimte van die anderen bevinden. Op een hoger plan dus. Maar ja, bij alles wat hoger is kan je lelijk van af vallen.

Ik wilde daar wel eens op reageren. Ageren dus! Dualiteit in optima forma.

Maar ook deze constatering vindt alleen plaats in -mijn- bewustzijnsbeleving. Ik zie mij de inhoud van deze reactie tikken inclusie de correcties.

Ik -als de tikker- kan nooit weten wat die anderen -de leuteraars- zijn. Ik heb geen toegang tot hun bewustzijn.

En daarmee loop ik al vast.


Wat is be-wust-zijn? Het is het weten dat ik er ben, het licht gaat aan, de microfoon staat aan, de speakers gaan aan, de sensors zijn actief ... er is voelen, ruiken & proeven. Het 'wust' in bewust kan worden herleid tot het Duitse ge-wusst, ofwel geweten zijn. En wat gekend wordt moet eerst herkend worden. Dan pas kan je er wat mee doen.

Als eerste persoon bij het wakker worden (ik heb het maar liever niet over ontwaken) tref ik elke dag dezelfde figuur aan. Mijn eigen persoon. Gedachten en beelden suggereren dat deze al een hele tijd bestaat, min of meer het zelfde, maar inmiddels snel verouderend.

Ik kan alle beelden, gevoelens en gedachten waarnemen, die zeggen dat ik die persoon ben, die er gisteren ook al was. En die ook de dromen van de afgelopen nacht meemaakte.

Ik zie de ruimtes waarin mijn persoon beweegt, wat die persoon zijn lichaam nodig heeft om in leven te blijven en merk op dat in alles de 'ik' persoon afhankelijk is van die wereld. Zonder zuurstof, water en eten kan ik niet lang bestaan. Die persoon (lichaam, denken, voelen) moet wel naadloos samenvallen met de rest van de wereld. Ook de taal die mijn gedachten mogelijk maken heeft de persoon moeten aanleren.

O.k. maar waarin ben ik dus uniek?

Dat is dus dat er weet is van dit alles. Er is altijd een instantie die zonder daarvoor inspanning te moeten verrichten alles uit het bovenstaande waar neemt. 's Ochtends vroeg begint dat en 's avonds laat gaat dat -vaak met kennelijk tegenzin- uit.

Er is alleen de ervaring van er-zijn (en daar zijn geen concepten voor nodig om dat te realiseren) wanneer bewustzijn "aan staat."

En dat kennende weten van er-zijn kan ik als persoon alleen direct kennen. Anderen kunnen mij over de inhoud van hùn bewustzijn vertellen, maar dat ervaar ik niet op gelijke wijze.

Waar wij een zijn, of liever Niet Twee, is het onkenbare kennen.

In feite mag je daaraan geen enkele betekenisvolle klank aan hechten.

Het Mysterie zelf!