zondag 1 mei 2016

Ik en het Mysterie

Zo maar wat op YouTube rond klikkend is een eerste conclusie:  Er wordt wat afgeleuterd in Advaita.

Leraren die zichzelf Jnani of Leermeester noemen vertellen 'anderen' -die wel onwetend moeten zijn- hoe het zit met ons mensen. Het lijkt daar bij of zij - in tegenstelling tot de aangesprokenen - zich 'buiten' de levensruimte van die anderen bevinden. Op een hoger plan dus. Maar ja, bij alles wat hoger is kan je lelijk van af vallen.

Ik wilde daar wel eens op reageren. Ageren dus! Dualiteit in optima forma.

Maar ook deze constatering vindt alleen plaats in -mijn- bewustzijnsbeleving. Ik zie mij de inhoud van deze reactie tikken inclusie de correcties.

Ik -als de tikker- kan nooit weten wat die anderen -de leuteraars- zijn. Ik heb geen toegang tot hun bewustzijn.

En daarmee loop ik al vast.


Wat is be-wust-zijn? Het is het weten dat ik er ben, het licht gaat aan, de microfoon staat aan, de speakers gaan aan, de sensors zijn actief ... er is voelen, ruiken & proeven. Het 'wust' in bewust kan worden herleid tot het Duitse ge-wusst, ofwel geweten zijn. En wat gekend wordt moet eerst herkend worden. Dan pas kan je er wat mee doen.

Als eerste persoon bij het wakker worden (ik heb het maar liever niet over ontwaken) tref ik elke dag dezelfde figuur aan. Mijn eigen persoon. Gedachten en beelden suggereren dat deze al een hele tijd bestaat, min of meer het zelfde, maar inmiddels snel verouderend.

Ik kan alle beelden, gevoelens en gedachten waarnemen, die zeggen dat ik die persoon ben, die er gisteren ook al was. En die ook de dromen van de afgelopen nacht meemaakte.

Ik zie de ruimtes waarin mijn persoon beweegt, wat die persoon zijn lichaam nodig heeft om in leven te blijven en merk op dat in alles de 'ik' persoon afhankelijk is van die wereld. Zonder zuurstof, water en eten kan ik niet lang bestaan. Die persoon (lichaam, denken, voelen) moet wel naadloos samenvallen met de rest van de wereld. Ook de taal die mijn gedachten mogelijk maken heeft de persoon moeten aanleren.

O.k. maar waarin ben ik dus uniek?

Dat is dus dat er weet is van dit alles. Er is altijd een instantie die zonder daarvoor inspanning te moeten verrichten alles uit het bovenstaande waar neemt. 's Ochtends vroeg begint dat en 's avonds laat gaat dat -vaak met kennelijk tegenzin- uit.

Er is alleen de ervaring van er-zijn (en daar zijn geen concepten voor nodig om dat te realiseren) wanneer bewustzijn "aan staat."

En dat kennende weten van er-zijn kan ik als persoon alleen direct kennen. Anderen kunnen mij over de inhoud van hùn bewustzijn vertellen, maar dat ervaar ik niet op gelijke wijze.

Waar wij een zijn, of liever Niet Twee, is het onkenbare kennen.

In feite mag je daaraan geen enkele betekenisvolle klank aan hechten.

Het Mysterie zelf!